Het verduurzamen van monumenten voor de toekomst
Eigenaren van monumenten en stadsbeeldobjecten hebben vandaag de dag extra interesse om hun huis te verduurzamen. Ze willen daarmee bijvoorbeeld de stookkosten in de hand houden en de impact op het milieu verminderen. Alle wijzigingen aan monumentale panden zijn vergunningplichtig. Dus ook als je je huis beter wil isoleren of wil gaan verwarmen met een warmtepomp. Tom van der Borg is een van de adviseurs, toezichthouders en inspecteurs voor monumenten bij ODRN. Hij vertelt graag meer.
Balans tussen behouden en verduurzamen
“Een monument willen we graag behouden voor volgende generaties. Als eigenaar heb je een soort rentmeesterschap. In principe is het de bedoeling dat een pand in de meest oorspronkelijke staat wordt behouden. Tegelijk snappen we heel goed dat je een monument graag wil verduurzamen. Dat is een ontwikkeling die we steeds meer in de hele maatschappij zien. Bij een monument kan dit uitdagingen met zich meebrengen. Een passende oplossing vinden is altijd maatwerk. Vanuit de ODRN denken we daar graag in mee. De vergunningverlening legt de afspraken over de mogelijkheden vast.
Restauratie
Bij restauratie kijken we altijd eerst of het oorspronkelijke materiaal behouden kan blijven door goed onderhoud te plegen. Als dat niet meer lukt, kiezen we voor een vakkundige manier van repareren. Pas als dat niet meer mogelijk is, gaan we zaken vervangen en kijken we of de nieuwe elementen passen binnen het ensemble. Bij verduurzamen hebben we niet zozeer te maken met restauratie – al gaat dat vaak hand in hand met elkaar – maar met nieuwe wensen en eisen aan een pand. Hoe verhouden die zich tot de oorspronkelijke monumentale waarde? Het blijft maatwerk. Nul op de meter krijgen, is bij monumenten echter wel erg ambitieus.”
De juiste beglazing
Bij verduurzamen denk je vaak als eerste aan het plaatsen van dubbele beglazing en het isoleren van daken of spouwmuren.
“Klopt”, zegt Van der Borg. “Als het om de beglazing gaat, wordt vaak gekozen voor vacuümglas. Dat is heel dun, isoleert goed en respecteert doorgaans het oude kozijn; het glas past in de oorspronkelijke sponning. De uitstraling van het pand blijft daardoor gelijk en dat is de reden dat hier steeds vaker voor wordt gekozen. Voor het gebruikelijke dubbelglas moeten ramen meestal worden aangepast. Dat kan problematisch zijn.
Bewust isoleren
Als we het hebben over het isoleren van een pand, dien je rekening te houden met de invloed daarvan op de vochtbalans. Als je een deel van de constructie gaat isoleren, krijg je soms sneller last van schimmelvorming op minder goed geïsoleerde plekken. Dat tast het monument juist aan en dat is niet wenselijk. Bij spouwmuurisolatie kan dat ook gebeuren. Spouwmuren zijn sowieso pas gemaakt in huizen vanaf 1910, 1920. Het betreft dus vaak de wat jongere monumenten. Is de buitengevel geschilderd of gehydrofobeerd (geïmpregneerd), dan is isoleren risicovol.
Naast deze vormen van isolatie heb je ook nog moderne technieken, zoals een warmtepomp en zonnepanelen. Van der Borg: “Belangrijk is dan om te weten hoe alles precies wordt geregeld. Bij een warmtepomp maakt het bijvoorbeeld uit of die aan de gevel bevestigd is of los van de gevel komt te staan. In dat laatste geval is vrijstelling mogelijk. Zonnepanelen zijn inderdaad ook gewild. En vaak ook best mogelijk. Maar het maakt uit of deze in het voordakvlak (straatgerichte zijde) worden gelegd of het achterdakvlak. Overigens speelt hier niet alleen de monument-bescherming een rol (dus het object), maar ook de gebiedsbescherming (rijks- en/of gemeentelijk beschermd stadsgezicht).
Beter een 7 scoren dan een 10
Tot slot is het belangrijk om rekening te houden met iemand in het monument leeft en wat het pand aan mogelijkheden toelaat. Zijn er raamluiken? Schuifdeuren? Hoe worden de ruimtes verwarmd? Wat is de impact van een wijziging op een monument? Je wil met de eigenaar een optimum creëren tussen de kosten van verduurzaming en de opbrengst. Onze ervaring is dat je beter op meerdere onderdelen een 7 kunt scoren dan op onderdelen een 10.”