Een gezamenlijke boodschap tijdens rondetafelgesprek Tweede Kamer
De wettelijke mogelijkheden om industriële bedrijven te dwingen om uitstoot te verminderen zijn te beperkt. Die boodschap brachten Steve Kuils, directeur van de Omgevingsdienst Regio Nijmegen (ODRN) en Tobias van Elferen, wethouder van gemeente Nijmegen gezamenlijk met gedeputeerden van provincies Noord-Holland en Zuid-Holland en directeuren van DCRM en Omgevingsdienst Noorzeekanaalgebied.
Rondetafelgesprek over rapport ‘Industrie en omwonenden’
Naar aanleiding van het rapport ‘Industrie en omwonenden’ van de Onderzoeksraad voor Veiligheid komt er een plenair debat in de Tweede Kamer. Ter voorbereiding op dit debat werd een rondetafelgesprek georganiseerd waarbij de afgevaardigden van de bevoegde gezagen en omgevingsdiensten konden aangeven welke knelpunten zij in de praktijk ervaren bij de uitoefening van hun taken.
Aanpassing van wettelijke normen
Eén van de uitdagingen is dat de huidige normen voor uitstoot niet altijd voldoende rekening houden met gezondheidsrisico’s voor omwonenden. De laatste jaren wordt er steeds meer bekend over de effecten van stoffen voor mens en natuur. In veel gevallen is duidelijk dat die effecten groter zijn dan eerder gedacht werd. Het aanpassen van normen in de landelijke wet- en regelgeving is een te traag proces.
Vastgelegde maatregelen en de gevolgen
Een andere uitdaging is dat als een bedrijf bepaalde wettelijk vastgelegde maatregelen treft, omgevingsdiensten alleen mogen controleren of het bedrijf de maatregelen goed heeft uitgevoerd, maar niet of de uitstoot voldoet aan de normen. Dit leverde in het verleden problemen op bij de Asfalt Productie Nijmegen (APN). De APN had maatregelen genomen die ervoor zouden zorgen dat de uitstoot van schadelijke PAK’s onder de norm zouden brengen. Het bleek echter dat ondanks dat de asfaltcentrales voldeden aan deze maatregelen, toch een aanzienlijke overschrijding plaatsvond.
ODRN-directeur Steve Kuils kijkt met een goed gevoel terug op het gesprek: “Het was een waardevolle bijeenkomst. Er was een gevoel van saamhorigheid, we staan samen voor dezelfde uitdaging.”